Vastgoed is in 2022 relatief minder duur geworden - renoveren levert op!

Wat allang werd aangekondigd, blijkt nu ook een feit. In de tweede helft van vorig jaar is de groei van de huizenprijzen zo goed als stilgevallen. Gingen de prijzen van woonhuizen in de eerste helft van 2022 nog met 3,6 procent omhoog, dan viel in de tweede jaarhelft een toename van slechts 0,5 procent te noteren. Dezelfde evolutie geldt voor appartementen. Dit blijkt uit een jaarlijkse vastgoedbarometer. 

Op het einde van 2022 waren de ­prijzen van woningen nog met 6,1 procent gestegen vergeleken met eind 2021, appartementen werden 3,6 procent duurder. Ook dat is opvallend, want dat is fors lager dan de inflatie. Vastgoed is dus relatief gezien iets minder duur geworden.

Dat de vastgoedmarkt is afgekoeld, blijkt ook uit de langere verkooptijd. Die steeg in 2022 van gemiddeld 81 dagen naar 91 dagen (+12 procent).

Zoals andere studies al aan het licht brachten, willen huizenjagers vandaag vooral diep in de buidel tasten voor energiezuinige woningen. Een woning met een goede score (EPC-waarde A) is al 17,9 procent duurder dan een ­soortgelijke woning met een slechte score (EPC-waarde D). Nieuw is dat niet. ‘Al sinds 2016 zien we en sterke relatie tussen de energie-efficiëntie van woningen en de verkoopprijzen’, zegt Sven Damen, professor Vastgoed­economie (UAntwerpen). ‘Zelfs al ging het voorbije jaar veel aandacht naar de energiecrisis, toch ligt het effect van de EPC-waarde op de verkoopprijzen in lijn met de voorbije jaren.’

Wie zijn vastgoed in waarde wil laten stijgen, weet dus wat hem te doen staat: renoveren. Volgens de vastgoedbarometer stijgt de waarde van een woning met 2,9 procent, telkens als de EPC-score met honderd punten verbetert.

Bron: De Standaard